Oorlogsslachtoffer en verzetsman
Hermanus werd geboren in Ulicoten op 16 mei 1915 (akte 32), gemeente Baarle-Nassau, als zoon van rijksveldwachter Gerardus Wilhelmus Parlevliet en Jacoba Bliek.
Vader Gerardus Wilhelmus werd geboren in Geffen op 2-12-1887 en overleed in Berghem op 11-9-1954 (Akte 28).
Moeder Jacoba Bliek werd geboren op 28-10-1888 in Nieuw en Sint Joosland.
Zij huwde in Breda op 26-01-1914 (akte 14)
Volgens het bevolkingsregister van Baarle-Nassau van de periode 1914-1925, woonde het gezin Parlevliet op nummer C42.
Het gezin kwam vanuit Rucphen hier wonen op 22 juli 1915. Op 27 februari 1920 vertrekt het gezin naar Berghem.
In die korte periode dat ze in Ulicoten woonden werden de zonen Hermanus en Marinus Adriaan hier geboren.
Dienst
Hermanus werd in 1936 opgeroepen voor zijn dienstplicht. Hierna solliciteerde hij in 1938 bij de Koninklijke Marechaussee. Hij werd in Putte (N-Br) gestationeerd. De groep van Herman krijgt opdracht om in het Zeeuwse Sluis Koningin Wilhelmina te begeleiden naar Groot-Brittannië. Dit lukt echter niet, en terugkeren naar Putte is niet mee mogelijk waardoor de groep via België en Frankrijk naar Engeland probeert te ontkomen. Zij komen hier op 7 juni 1940 aan. In 1941 meldt hij zich bij het nieuw op te richten Nederlands Parachutisten Bataljon. Herman wordt hier opgeleid tot sabotage-instructeur.
Dropping
In de nacht van 29 op 30 mei 1942 wordt hij samen met een collega gedropt in de buurt van Steenwijk, maar de Duitsers wachten hem op.
Hij is verraden vanuit het Englandspiel en opgepakt en vastgezet in de gevangenis van Haaren.
Gevangen
Op 27 november 1943 wordt Herman overgebracht naar de strafgevangenis van Assen.
Rawicz
Ergens in de periode tussen 27 november 1943 en 30 april 1944 word Herman samen met andere agenten overgebracht naar kamp Rawicz in Polen.
Hier wordt hij op 30 april 1944 geëxecuteerd.
Na de oorlog, in 1953, wordt Herman postuum onderscheiden met het Bronzen Kruis.