De moord
In de lemmerstraat in het Kempense dorp Beerse (België) woonde op nummer 53 Joannes Franciscus (Frans) Broos en zijn 2e vrouw Anna Catharina de Smet.
Frans en zijn vrouw waren kinderloos. Frans verdiende zijn kost met het zagen van panlatten. Vandaar zijn bijnaam Sus Latte.
Op zaterdag 25 oktober 1856 vonden de buren het vreemd dat de boerderij van Broos al 2 dagen gesloten was. Men besloot toen een kijkje te gaan nemen.
In de keuken tegen de alkoof (gebruikt als bedstee) lag het lijk van Frans.
Het lijk van zijn vrouw Anna Catharina werd in de stal gevonden. Beide hadden zware verwondingen aan hoofd , hals en schouders. Alles hing onder het bloed.
In de keuken werd het moordwapen gevonden een scherp bebloed kapmes.
Er waren duidelijke sporen van diefstal en braak. Kisten en koffers waren opengebroken. Diverse juwelen, kledingstukken en huislinnen van Anna Catharina waren verdwenen.
Naast ook nog enkele kledingstukken van Frans werd ook nog een geldsom ontvreemd.
Veldwachter Carolus Scheyltjens werd erbij geroepen en samen met burgemeeester Cornelius Cooymans gingen zij naar de plaats van de misdrijf. Het huis werd verzegeld en het onderzoek gestart.